Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wanneer gij [6]zult geeindigd hebben alle tienden van uw inkomen te vertienen, in het derde jaar, zijnde een jaar der tienden; dan zult gij aan den Leviet, aan den vreemdeling, aan den wees en aan de weduwe geven, dat zij in uw [7]poorten eten en verzadigd worden. 6. Dat is, alle tienden bijeen zult gebracht hebben. Zie van de tienden Lev.27:30. 7. Dat is, steden of plaatsen uwer woning.